dinsdag 28 november 2023

De theologie in de Koran komt van christelijke ketters

                                                                  

                                                                           ketterverbranding

                                                         

De theologie in de Koran komt van christelijke ketters

De koran is een veelzijdig boek. Als thema’s vallen onder meer te onderscheiden: familierecht, oorlogsrecht, plichten van moslims, hymnen, delen van het Oude Testament en theologie. Wie de Koran bestudeert, ontkomt er niet aan om vast te stellen dat de teksten verschillende bronnen moeten hebben gehad.

Dat Mohammed de verzen van de Koran kreeg toegefluisterd door een engel kan zonder bezwaar gerekend worden tot de oprichtingsmythen. In alles stemt de Koran overeen met de stand van zaken zoals die gold tijdens haar ontstaan. Zo is de wereld in de Koran bijvoorbeeld nog plat en steunt op zuilen, een wijdverbreide opvatting uit die tijd. Verder steunt de Koran op de tribale cultuur uit die tijd in het Midden-Oosten.

In dit blog richt ik me op de theologische kant van de Koran. In de tijd die vooraf ging aan het ontstaan van de islam was er veel strijd over de theologie van de toen bestaande Roomse kerk. Verschillende leerstellige opvattingen waren breed omstreden. Over en weer betichten de verschillende stromingen elkaar van dwaalleer. Het was de aartsvader en heilig verklaarde Augustinus (354-430) die de strijd aanbond tegen wat in zijn ogen ketters was. Behalve voor zijn strijd voor de leerstellige opvattingen van Rome is hij vooral bekend geworden door zijn niet aflatende strijd tegen ketters en hun opvattingen. Verbanning, marteling en executie waren niet ongewoon.

Pelagius,  (360-420/440) een Britse monnik was een van de ketters die stelling nam tegen een aantal canonieke opvattingen en daarom door Augustinus onder vuur werd genomen. Pelagius had veel volgelingen, ook in Rome. In zijn opvattingen vormt de aard van de genade het hoofdpunt. Krijg je genade door eigen verdiensten of beschikt God over wie genade krijgt. Hij koos voor de laatste opvatting die later ook bekend werd onder de naam van ‘predestinatie’. Pelagius koos tegen de erfzonde, had niet veel op met sacramenten, vooral  de doop kon in zijn ogen geen genade vinden. Bij de meer seculiere pelagianen was de scheiding tussen kerk en staat een belangrijk punt.

Veel van de leer van Pelagius en deels van andere ketterse stromingen, is terug te vinden in de theologie van de Islam. Voor de Islam geldt de erfzonde niet. Allah beschikt over wie genade als gunst (predestinatie) krijgt. Door verdiensten kan geen genade worden verkregen. Sacramenten ontbreken in de theologie van de Islam. Christus is niet Gods zoon, maar een profeet. Over dat punt laat Allah in de Koran optekenen: 'ik heb geen gade, hoe kan ik dan een zoon hebben? Priesters bestaan niet binnen de Islam. De Islam kent voorgangers, maar die kunnen namens God geen heilige handelingen verrichten zoals doop en biecht. De scheiding van kerk en staat komt in de Koran niet voor. In de Koran komen wel  verwijzingen voor naar de toen bestaande filosofie. Voor de staatsinrichting is kennelijk goed gekeken naar ‘De Republiek’ van Plato waarin die staat geregeerd wordt door oude wijze mannen die alle beslissingen nemen. Dat  is nog herkenbaar bij de staatsinrichting van Iran waar een groep Ayatollahs de uiteindelijke macht heeft.

De ketterjacht en vervolging door Augustinus was onvermoeibaar en fel. Dat was de reden voor veel prominente ‘ketters’ om te vluchten. Noord-Afrika was voor hen niet meer veilig omdat dat de thuisbasis van Augustinus was. Velen gingen daarom richting het Midden-Oosten en zetten daar de strijd voort. ‘Niets is erger dan vervolging’ is een van de verzen in de Koran. Het kan gelezen worden als het credo van de vervolgde ‘ketters’ die van huis en haard verdreven werden vanwege hun religieuze opvattingen. De Koran is echter niet mals als het om afvalligen gaat. Ze verdienen de doodstraf.

Goedbeschouwd kan Augustinus verweten worden dat zijn ketterjacht tot gevolg heeft gehad dat de ketterse opvattingen de theologische basis van de Islam werden. De vraag hoe de geschriften van de ‘ketters’ in de Koran terecht kwamen is wetenschappelijk gezien nog onontgonnen terrein. Dat de samenstellers van de Koran daar uit hebben geput is duidelijk aanwijsbaar. De theologische opvattingen van de Islam zijn niet uit de lucht komen vallen of door een engel ingefluisterd. In de Hadith’s wordt verteld dat Mohammed regelmatig een monnik bezocht. Wetenschappers vermijden de Hadith’s nogal eens omdat de betrouwbaarheid ter discussie staat. In dit geval lijkt het geen vorm van onbezonnenheid om aan te nemen dat de in geschriften vastgelegde opvattingen van Pelagius en andere ketters een reis hebben gemaakt waarin ze vanuit de vijfde eeuw in de zevende—eeuwse Koran terecht zijn gekomen. Verder speculerend zou de stichting van de Islam vanwege haar strijdvaardigheid en streven naar dominantie gezien kunnen worden als de wraak van de ‘ketters’. In Europa zijn de ketterse opvattingen nooit verdwenen. Met Luther en Calvijn werden ze met de reformatie weer populair en in vooral het zuiden van Europa heftig bestreden. 

donderdag 10 januari 2019

Begint de wereld zich tegen de islam te keren?




Wie zich zorgen maakt over de islamisering van de wereld doet er goed aan om ook eens naar de andere kant van het verhaal te kijken. Het verzet tegen de islam groeit overal in de wereld. Er lijkt zelfs een keerpunt te groeien.

In Azië is China de grootste speler in de strijd tegen de islam. De islamitische Oeigoeren die naar afscheiding streven worden massaal geïnterneerd. China stuurt grote aantallen Han-Chinezen naar de Oeigoerse regio (Xinjian). Baarden worden verboden en op het bezit van de Koran staat straf. Myamar jaagt de islamitische Rohingya’s op de vlucht. In de Indiase provincie Assam wil men moslims van hun burgerrechten ontdoen. Moslims daar vrezen deportatie. Japan en Zuid-Korea laten in principe geen moslims toe die zich in dat land willen vestigen.

Ook in Europa groeit het verzet tegen de islam. Zwitserland voert al een aantal jaren een repressief beleid. Oostenrijk is begonnen om de islam in eigen land grenzen op te leggen en beperkt de migratie. Italië lijkt dat spoor te volgen en heeft inmiddels de sluiting van een aantal moskeeën aangekondigd. In de voormalige Oostbloklanden (Visegrad) is de situatie overduidelijk. De islam komt er niet binnen. De Europese Unie lijkt zich daarbij neer te leggen. Macron streeft (met weinig succes nog) in Frankrijk naar een Europese islam. In Noord-West Europa geeft Denemarken de toon aan. De grenzen worden gesloten en getto’s worden aangepakt. Denemarken maakt veel werk van terugkeerbeleid en wil bijvoorbeeld 1000 Somaliërs terugsturen. Ook in Noorwegen gelden er steeds meer restricties.

Trump’s Amerika heeft de grenzen gesloten voor inwoners van een aantal islamitische landen. Een aantal Zuid-Amerikaanse landen lijkt dat voorbeeld te willen volgen. Amerika is ook bezig haar relatie met islamitische landen te herzien en heeft zijn donaties aan Pakistan en de Palestijnse gebieden voor een belangrijk deel ingetrokken. Amerika steunt landen die een gematigde islam na streven en strijdt op veel plaatsen in de wereld tegen de jihadistische islam. Amerika neemt ook steeds meer afstand van de Verenigde Naties omdat ze vindt dat de islamitische landen daar te veel invloed hebben. Christenen in Amerika maken trekken zich ook het lot van geloofsgenoten in islamitische landen het meest aan.

Ook in Noord-Afrika en het Midden-Oosten ligt de islam onder vuur en dat geldt met name voor de orthodoxe en fundamentalistische islam. Landen als Egypte, Marokko, Libanon en Jordanië beperken de democratie om te voorkomen dat bij verkiezingen de Moslim Broederschap aan de macht komt. Egypte verving bijvoorbeeld de democratisch gekozen (52%) President Mohamed Morsi die een  te islamitisch beleid wilde voeren. Islamitische landen staan voor de keuze om vast te houden aan de islam (sharia) of zich economisch te ontwikkelen. De druk uit de bevolking gaat richting keuze voor economische ontwikkeling en in een land als Iran is dat goed te zien.

Wereldwijd neemt het aantal critici van de islam toe en steeds vaker laten ook ex-moslims van zich horen. De verschillende wijzen waarop in de wereld afstand wordt genomen van de islam, draagt daar ook zeker aan bij.

Er zijn deskundigen die het jihadistisch terrorisme zien als de doodstrijd van de orthodoxe islam. Daar is wel wat voor te zeggen. Naarmate de kritiek en repressie toenemen lijkt er meer islamitische terreur te komen. Die terreur is echter contraproductief. De terreur geeft brandstof aan de groeiende weerstand tegen de islam.

De islamoloog Bassam Tibi is bekend geworden door zijn uitspraak dat Europa of islamitisch zal worden of dat de islam Europees wordt. Bij de huidige stand van zaken kan het in Europa nog beide kanten uitgaan. Dat Europa islamitisch zal worden lijkt echter de minst waarschijnlijke ontwikkeling te worden. De politieke verrechtsing die in Europa optreedt en de groeiende weerstand tegen de islam lijken er eerder op te wijzen dat de islam onder vuur komt te liggen. Het aangrijpingspunt is de integratie/assimilatie. Dat is bijvoorbeeld goed te zien in Denemarken.

De bescherming van de islam is vooral te vinden bij links en bij de Europese Unie. Beide staan in Europa onder druk. Ook de overwegend christelijke coalitie in Duitsland staat onder druk en het islamprobleem speelt daar een hoofdrol in. Als ik een verwachting uit moet spreken, neem ik aan dat in de komende jaren het beleid in de Europese landen richting het beleid van Denemarken gaat. Nadruk dus op integratie en re-migratie. Dat zal betekenen dat het in de Europese landen met omvangrijke islamitische gemeenschappen nog lang onrustig zal blijven en dat de terreur zal toenemen. Een andere te verwachten ontwikkeling is dat moslims in toenemende mate de islam zullen verlaten. Veel marginale moslims willen niet geïdentificeerd worden met de orthodoxe islam en zullen, mede gezien de maatschappelijke ontwikkelingen, afstand willen nemen.

Nederland neemt in de hierboven beschreven ontwikkelingen nog een onduidelijke positie in. Als echter gekeken wordt naar informele uitspraken van prominente leden van de VVD (Blok, Dijkhoff), kan men zien dat er scheuren aan het ontstaan zijn in het tolerante gedoogbeleid. Er zijn al kleine stapjes gezet. Bijvoorbeeld in het weren van extreme predikers, in de bezorgdheid over moskeeën met een salafistische signatuur en in het versterkt toezicht op buitenlandse financiering. Het is te weinig en te laat, maar nog niet te laat  om ferme stappen te zetten die onomkeerbare ontwikkelingen kunnen voorkomen. Wanneer dat gebeurt zal van de politieke ontwikkelingen afhangen. Maar zeker is dat door de kiezers stappen worden verwacht.





vrijdag 9 november 2018

Randstadoordeel over Blokkeerfriezen

De agressieve moslims werden niet vervolgd voor het blokkeren van een demonstratie

De ene blokkade is de andere niet, zoals hieronder zal blijken. 

De officier van Justitie van de rechtbank kon bij zijn requisitoir Voltaire citeren (Al is uw mening nog zo abject ...), maar heeft daarmee nog niet laten zien dat hij het niveau heeft dat de zaak van de blokkeerfriezen waardig is. De eisen waren absurd hoog. Op GeenStijl werd de absurditeit duidelijk gemaakt aan de hand van een vergelijking met de straffen in andere gevallen van normovertreding.

In een eerder blog verwees ik naar NRC (ex)columniste Lamayae Aharouay die direct na het blokker-incident schreef:

Ineens is Nederland geen Nederland meer omdat het fundamenteel recht van demonstranten onvoldoende werd beschermd en de blokkeerders er mee weg lijken te komen.
En
Je hebt anderen een fundamenteel recht ontnomen. Je bent ingegaan tegen alles wat Nederland tot Nederland maakt. Je spuugde op de wet. Er wordt nog net niet voor je geklapt, Dat heet wit privilege.”

Wat Aharouay schreef kwam ongeveer overeen met wat andere columnisten van allochtone afkomst schreven en wat in kringen rond ‘Kickoutzwartepiet’ werd gedacht en gezegd. Ik maakte me zorgen over rechtsfundamentalisme en met name om het totale gebrek aan gezond verstand bij zowel de demonstranten als de lokaal politiek verantwoordelijken. Dat waren terechte zorgen nu vandaag gebleken is dat er taakstraffen van 180 uur tot 240 uur zijn uitgedeeld door de Rechtbank van Leeuwarden. Die zijn absurd hoog.

De rechters hadden helemaal niets op met gezond verstand en noemden oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid ‘opruiing’. Mijn eerste opwelling was om via Google na te gaan waar je zoal 240 uur voor kreeg. Nogal eens voor dood door schuld. Nu dus ook voor het beletten van een demonstratie waarbij alleen de ruit van een bus gesneuveld is.

In oktober van dit jaar hield Pegida een demonstratie bij een Utrechtse moskee. Dat getuigde ook al niet van veel gezond verstand, maar ze hadden een vergunning. De demonstratie was nog nauwelijks begonnen of de aanwezige politie moest de demonstranten in veiligheid brengen voor de agressie en het geweld van moskeegangers. Er werd geen vervolging ingesteld tegen de blokkeermoslims. Ook voor die situatie golden de woorden van Aharouay zoals hierboven. Maar nu was het stil aan de allochtone kant. Moslims spugen kennelijk niet op de wet. Daaruit kan worden afgeleid dat al die harde woorden uiteindelijk niet het demonstreerrecht zelf betroffen, maar het demonstreerrecht van bepaalde allochtone groepen.

Als ik het vonnis van de rechters uit Leeuwarden weeg, kan ik daarin niets anders dan een partijdig oordeel lezen. Het vonnis kiest partij voor het oordeel van de demonstranten en de politiek correcte steunbetuigingen. Opvallend in het vonnis zijn de bizar zware straffen. Ze vormen een signaal aan de samenleving dat de demonstratierechten van allochtonen veel zwaarder worden gewogen dan de demonstratierechten van autochtonen (zie Utrecht). De maatschappelijke verontwaardiging over de blokkade in Utrecht was dan ook heel wat geringer, want ja, Pegida.

Ik beschouw het vonnis in zijn argumentatie en de zwaarte van de straffen als bizar. Het gaat hier niet meer om recht doen waarin alle omstandigheden zijn meegewogen, maar om een zwaar aangezet signaal aan de samenleving dat luidt: handen af van het demonstratierecht van allochtonen. Zwarte Piet hatend Nederland was dan ook zeer tevreden over de straffen. Het stelt hen in het gelijk. Ook op plaatsen waar dat niet kies is en zelfs onverstandig, mogen ze demonstreren. Wie daar tegenin gaat wordt zwaar gestraft, behalve als het om het verhinderen van een demonstratie bij een Moskee gaat. Dan mag je ongestraft met eieren, flesjes, blikjes en vuurwerk gooien.

Het vonnis toont aan wat er mis is in Nederland. De Randstad regeert en dat leidt tot partijdigheid. Het is niet gezegd maar tussen de regels door valt wel te lezen: blokkeerfriezen zijn ‘racisten’. Net als al die mensen die Zwarte Piet willen behouden en daar geen racisme in kunnen zien.

De ophef over het vonnis is breed. Veel mensen hebben zich geïdentificeerd met de blokkeerfriezen en zijn verontwaardigd over de absurde vonnissen. De hakken gaan in het zand. Daarom kan ik rustig zeggen: wordt vervolgd.




donderdag 18 oktober 2018

De ene vluchteling is de andere niet



De beste juridische bescherming in Nederland is vooral beschikbaar voor asielzoekers. Kom illegaal het land binnen en je wordt meteen volgehangen met rechten. Je krijgt opvang, een advocaat, medische zorg en een zorgvuldige beoordeling van je verzoek. De grote stroom van asielzoekers richt zich op Noord-West Europa waar de voorzieningen voor vluchtelingen het best zijn. Asielzoekers zijn daar uitstekend over geïnformeerd. Ze gedragen zich als autokopers die de allerbeste auto willen hebben zonder daarvoor te behoeven betalen. Er is heel veel kaf onder het koren en daar gaat dit blog over.

De jaren negentig
De regimechange in Afghanistan en Iran veroorzaakte veel vluchtelingen uit die landen. Uit Irak kwamen vluchtelingen die werden veroorzaakt door het steeds repressiever beleid van Sadam Hoessein. Sommigen liepen echt gevaar, anderen verloren gewoon hun inkomsten uit overwegend goede banen onder het oude regime en verloren behalve hun inkomen ook hun aanzien. Wat ze gemeen hadden was dat ze over voldoende middelen beschikten om hun vlucht te bekostigen. Honderdduizenden anderen zonder voldoende middelen bleven achter in vluchtelingenkampen of wisten zich in eigen land te handhaven.

De nieuwe vluchtelingen
Veel is er niet veranderd ten opzichte van de jaren negentig. Het zijn nog steeds enigszins bemiddelde vluchtelingen die voldoende geld hebben voor de reis naar Europa. Het gros van de vluchtelingen uit bijvoorbeeld Syrië bevindt zich in vluchtelingenkampen in omringende landen. Zij hebben geen geld om af te reizen naar het beloofde land waar hun kinderen een goede opleiding kunnen krijgen. Vluchtelingen uit Jemen zijn er nog nauwelijks hoewel daar al een paar jaar een oorlog gaande is. Kennelijk is het daar nog niet goed doorgedrongen dat je kunt vluchten.

Syrische vluchtelingen
Ze hebben het geluk dat het land internationaal nog steeds als een gevaarlijk land wordt beschouwd. Als je uit Syrië komt ben je bijna verzekerd van een verblijfsvergunning. De verhalen van Syrische vluchtelingen zijn niet altijd even betrouwbaar. Door de chaos in het land en het instorten van de infrastructuur, hebben velen hun baan verloren en dat was, opgeteld bij de uitzichtloze situatie voor veel Syriërs, de reden om hun geluk elders te zoeken. Ze komen lang niet allemaal uit platgebombardeerde wijken en zijn als regel goed voorbereid op het verhaal dat ze bij de IND moeten vertellen. Die verhalen krijgen ze aangereikt van landgenoten die hier al verblijven en via de adviezen van minder integere tolken. Dat Syrië niet zo onveilig is blijkt wel uit de vele mannelijke vluchtelingen die hun gezin in Syrië achterlaten en via gezinshereniging vrouw en kinderen hier naar toe laten komen De meesten kunnen terug nu Syrië weer veilig is.. Sociaal-economisch is het echter geen aantrekkelijk land en de meesten zullen zich met hand en tand verzetten als de terugkeer wordt gevorderd. Een deel van de asielzoekenden is niet afkomstig uit Syrië. Zij doen zich met valse papieren voor als Syriër omdat het hun kansen op een verblijfsvergunning vergroot.

Afghaanse vluchtelingen
Een groot deel van de Afghanen die in Europa asiel zoeken, komen niet uit Afghanistan, maar uit Iran. In de jaren negentig zijn veel Afghanen naar Pakistan (Soennieten) en Iran (Sjiieten) gevlucht. Vooral voor de vluchtelingen naar Iran is de droom bij hun vlucht ontaard in een boze droom. Zij kunnen verhalen vertellen over discriminatie die de verhalen over discriminatie in Nederland doen verbleken. Toegang tot redelijke huisvesting en onderwijs is er nauwelijks. Ze vluchten om hun kinderen betere kansen te kunnen geven. Een ander deel van de Afghaanse vluchtelingen komt hierheen via smokkelroutes die vaak in Moskou beginnen. Zij worden geholpen door hier verblijvende Afghanen die ze met raad en daad en smokkelroutes bijstaan. Ook deze vluchtelingen zijn op zoek naar een beter leven voor zichzelf en hun kinderen.

Een groot deel van de vluchtelingen uit Syrië en Afghanistan en uit een aantal andere landen, zijn in een strikte opvatting van het vluchtelingenschap geen vluchtelingen maar immigranten die op zoek zijn naar een beter leven. Het asielrecht geeft ze als ze worden toegelaten een goede start in het nieuwe land. Behalve het zoeken naar een beter leven zijn er nog veel andere redenen om te ‘vluchten’.

Medische redenen
Een flink aantal ‘vluchtelingen’ is in feite op zoek naar een behandeling voor ziekten die in eigen land te kostbaar is of niet voorhanden. Ook zij hebben geprepareerde verhalen die het eigenlijke doel moeten verhullen. Meestal gaat het om zieke en gehandicapte kinderen en zieke ouderen. Het asielrecht verschaft ze medische zorg. Ook psychische ziekten en verslaving kunnen een reden zijn om te vluchten, maar vaak is het dan de familie die van ze af wil.

Gedumpten
Doe je je familie oneer aan door slecht gedrag, verslaving, ernstige psychische ziekte of word je gezocht door de politie voor een ernstig vergrijp, dan is vluchten een van de mogelijkheden om de familie te ontlasten. Vaak krijgen ze zelfs geld mee van de familie om de vlucht te kunnen financieren. Het zijn vaak jongere mannen. Ze zijn door hun slecht, gewelddadig en verward gedrag terug te vinden in het dagelijks nieuws in Europa. Wanneer ze worden afgewezen proberen ze het vaak weer onder een andere naam in een ander land.

Ketenmigratie
De hier aanwezige vluchtelingen zijn de belangrijkste oorzaak voor het aanhouden van de vluchtelingenstroom. Als je om wat voor reden dan ook wil emigreren uit een van de bekende vluchtelingenlanden wordt dat vergemakkelijkt als je familie of vrienden hebt die al eerder zijn gevlucht. Die weten precies wat je wel en niet moet vertellen in Ter Apel, ook al omdat minder integere tolken uit de betreffende etnische groep over de juiste informatie beschikken. Veel van dit soort vluchtelingen geniet ten onrechte van de hier aanwezige inkomensvoorzieningen omdat ze nog over geld en bezittingen beschikken.

Asielindustrie
Als integere tolken en IND-medewerkers zouden besluiten om hun ervaringen en kennis naar buiten te brengen, zouden we een heel ander beeld krijgen van de vluchtelingenstroom. Ook bij hulpverleners, zoals Vluchtelingenwerk, bestaat die kennis, maar die passen er wel voor om dat publiek te maken. Naar hen wordt wel eens verwezen als ‘vluchtelingenindustrie’. Dat is niet helemaal onterecht. Veel belangrijker is echter de onzichtbare ‘industrie’ van aanwezige vluchtelingen die landgenoten helpen om hier naar toe te komen. Zij gunnen hun vrienden en familieleden een beter bestaan. Het aantal economische vluchtelingen wordt ook formeel op 60 tot 80 procent beschouwd. Maar zelfs  Eurocommissaris Frans Timmermans mag dat niet zeggen.

Vluchtelingen zijn nog te veel de troetelkinderen van mensen die niet beter weten.



dinsdag 17 juli 2018

Polen en de Joden, een ingewikkelde geschiedenis

Polen wensen dat joden vertrekken naar Israël (voor WOII)


Aan het begin van de negentiende eeuw verbleef viervijfde van het aantal joden in de wereld in  Polen. Ze vormden zo’n tien procent van de bevolking. Polen was vanaf de middeleeuwen een aantrekkelijke vestigingsplaats voor joden omdat er tolerantie bestond en joden compleet elfbestuur werd toegestaan. Dat zelfbestuur was georganiseerd in lokale ‘kahals’. Een paradijs voor joden werd Polen genoemd. De tolerantie was vooral afkomstig vanuit de Poolse (land)adel die zestig procent van de Poolse grond, inclusief de daarin aanwezige dorpen en steden, bezat. De (land)adel bestond uit ongeveer tien procent van de Poolse bevolking, in Europa een unieke situatie. Tot begin van de negentiende eeuw bestond de Poolse bevolking uit ‘horigen’ die min of meer eigendom van de adel waren. De toevloed van joden werd door de adel verwelkomd omdat ze voorzagen in een groot aantal functies die de adel liever niet door autochtone Polen vervuld zag. De joden werden arts, apotheker, advocaat, handelaar, bankier, winkelier, rentmeester en leraar. De joden domineerden, onder andere door verkregen monopolies, de economie. Hoewel een deel van de joden arm was, werd een ander deel steenrijk. Ze kochten landgoederen en sommigen werden tot de adel toegelaten.

Het ‘joodse paradijs’ kwam onder druk te staan nadat in het begin van de negentiende eeuw Polen werd opgedeeld tussen Hongarije, Pruissen en Rusland. Er ging een geheel andere wind waaien. De adel had niet langer de absolute macht en de drie bezetters keken ook heel anders tegen de tolerantie voor joden aan. Het zelfbestuur van de ‘kahals’ werd teruggebracht tot religieuze zaken. De bezetters stuurde aan op integratie van de joden. Hongarije was daarbij het gematigst, Pruissen grondig en Rusland het wreedst. Joden moesten een achternaam kiezen, werden staatsburger, moesten belasting betalen en soms in militaire dienst. De maatregelen die tot integratie moesten leiden werden geleidelijk aan strenger. Er was veel verzet tegen en dat verzet bracht niet alleen emigratie naar Frankrijk, Engeland en Amerika voort, maar ook het groeiend besef onder joden dat alleen een eigen staat tot permanente veiligheid zou leiden. De Poolse Ben Goerion was één van de voortrekkers voor dat idee.

Ondertussen wisten de meeste joden zich goed te redden en pasten zich aan aan de nieuwe omstandigheden. Hun dominantie is het economisch verkeer en de dienstverlening bleef in stand. Deze situatie leidde tot groeiend ongenoegen van de autochtone Polen die verder weinig fiducie hadden in de maatregelen die tot integratie zouden moeten leiden. De geschiedenis op dit punt vertoont veel overeenkomsten met de huidige integratieproblematiek in de West-Europese landen. Die geschiedenis zoals opgetekend door Norman Davis in zijn boek ‘Gods playground’, laat een groeiende animositeit ten opzichte van joden zien. Die animositeit werd sterker toen aan het begin van de twintigste eeuw grote aantallen Russische joden naar Polen vluchtten.

Een van mijn gesprekspartners in Polen hield me voor dat de beschuldiging van ‘antisemitisme’ tegen de Poolse bevolking, vergeleken kan worden met de beschuldiging van islamofobie in West-Europa. Er is antisemitisme in Polen, maar de kritiek van veel Polen op de joden heeft daar niets mee van doen. Veel Polen leden onder de economisch dominante joden. Een oude dame die ik sprak, citeerde haar vader die placht te zeggen: “De straten zijn van ons, maar de huizen zijn van hun”. Daarmee verwees hij naar de vele joden die woningen in huurkazernes verhuurden en dat niet altijd even netjes deden. Er is ook een zekere woede aanwezig omdat in de ogen van Polen joden zich het drama van WOII hebben toegeëigend. Er zijn plm drie miljoen Poolse joden omgekomen. Dat er ongeveer net zoveel Poolse slachtoffers waren, lijkt de wereld te vergeten. ‘Bloodlands’, een boek van Timothy Snijder, heeft daar wel oog voor. De geschiedenis van Polen met de joden, kan niet begrepen worden vanuit een West-Europees perspectief, maar moet begrepen worden vanuit de geschiedenis van Polen die een heel andere was dan in West-Europa. De kritische houding in Polen ten opzichte van de joden wordt ten onrechte vaak ‘antisemitisme’ genoemd, terwijl het in feite niets anders is dan een weergave van de bittere ervaringen van autochtone Polen.

Die bitterheid is nog toegenomen nadat Jan Grabowski, als jood geboren in Polen en nu verbonden aan de universiteit in Ottawa, een boek publiceerde waarin hij het Poolse volk er van beschuldigde een groot aandeel in de holocaust te hebben gehad. Hij doet dat in feite op dezelfde gronden als welke voor Nederland zouden kunnen gelden. Ook in Nederland was sprake van jodenjacht waarin de Nederlandse politie een aandeel had, van verraad, koppengeld en het toe-eigenen van joodse bezittingen. Daar staat verzet tegenover en die was in Polen omvangrijk. Ongeveer 450.000 Poolse joden overleefden de barbarij. De wreedheid van de nazi’s in Polen kan niet worden vergeleken met die in Nederland. Grabowski kleineert ten onrechte de inspanningen van veel Polen die samen 450.00 Poolse joden wisten te redden. Van alle landen heeft Polen de meeste onderscheidingen van  Yad Vashem toegekend gekregen. Grabowski kreeg echter ook in Nederland veel gunstige publiciteit. ‘Polen weigert in het reine te komen met zijn oorlogsverleden’ kopte het NRC. Dat was een regelrechte leugen.

Polen zijn lichtgeraakt als hen verwijten worden gemaakt over hun omgang met de geschiedenis van de joden in Polen. Die verwijten komen als regel van mensen uit landen die een heel andere geschiedenis met joden hebben dan Polen en dat niet beseffen. Ook Israël doet er weinig aan om een juist beeld te scheppen van de aanwezigheid van joden in Polen en de Poolse regering verwijt dat Israël. De spanningen tussen Polen en Israël zijn nog verder opgelopen nadat de Poolse premier Morawiecki begin 2018 sprak over ‘joodse daders’. Polen heeft echter het recht om daar op te wijzen al is het ook tegen de stroom in. De joden als handlangers bij de onderdrukking van de Polen door de adel, waren daders. De Poolse joden met bolsjewistische sympathieën die aan de verkeerde kant stonden bij de Pools-Russische oorlog (1919-1921) waren daders. De Poolse joden die elkaar in WOII aangaven bij de nazi’s, waren daders. De Poolse joden die collaboreerden met de nazi’s waren daders. De Russische joden die tijdens de Russische bezetting de veiligheidsdiensten en inlichtingendiensten in meerderheid bemanden en in Polen gevreesd werden vanwege hun wrede en nietsontziende aanpak, waren daders. Die Russische joden werden in 1956 op verzoek van de Poolse regering onder Gomoelka, teruggehaald naar Rusland omdat hun optreden alleen maar grote weerstand tegen het communisme opriep onder de Polen.

De Polen hoeven niet echt in het reine te komen met hun verleden. In 2014 is in Warschau op de plaats van het oude ghetto een enorm museum geopend dat niet alleen aan de holocaust is gewijd, maar ook aan de geschiedenis van de joden in Polen. Degenen die in het reine moeten komen met hun verleden zijn de joden zelf. Zij zullen onder ogen moeten zien dat hun verleden in Polen er niet alleen van joodse slachtoffers was, maar ook van joodse daders.  Kritiek op joden moet mogen zonder het verwijt van ‘antisemitisme’ te krijgen.




vrijdag 29 december 2017

Aboutaleb is een ‘verwarde’ man geworden


Een goede moslim is een jihadist en een beetje salafist, volgens burgemeester Aboutaleb die er van getuigde dat een goed moslim zijn hem helpt bij zijn werk als burgemeester van Rotterdam. In de Volkskrant raakten sommige experts daar zo opgetogen van dat ze zijn getuigenis ‘geniaal’ noemden.

Het is een getuigenis in de trant van: ‘Islam is de oplossing’. Het is de boodschap die in veel moskeeën aan de gelovigen wordt voorgehouden. Het is een recept voor het vinden van de goede weg in je leven als je van het pad bent geraakt. Het valt ook nogal eens te lezen op protestborden die islam-activisten meezeulen, vaak samen met protestborden die verkondigen dat de islam de wereld zal gaan domineren. ‘Islam is de oplossing’, is een uiting van utopisch denken. Geen utopie is echter ooit sterker geweest dan de mens die er altijd weer in slaagde om er een zootje van te maken. Dat Aboutaleb utopisch denkt is bepaald geen bewijs voor genialiteit.

Aboutaleb legt de jihad uit als de ‘grote jihad’ die anders dan de ‘kleine jihad’ op geestelijke inkeer is gericht onder andere door de navolging van Mohammed. Dat laatste is echter wel wat anders dan waartoe een van de belangrijkste boeken van het christendom oproept. De ‘imitatione Christi’ (De navolging van Christus) van Thomas a Kempis uit de vijftiende eeuw beoogde onder invloed van de Moderne Devotie een vernieuwing van het geestelijk leven. De namen van de vier delen geven goed aan waar het om ging.
-Vermaningen dienstig tot het geestelijk leven
-Opwekking tot het inwendig leven
-Over de inwendige troost
-Over het allerheiligste Sacrament des Altaars.

Dat is wel andere koek dan wat met de Navolging van Mohammed wordt beoogd. Een goede moslim is goed omdat hij getrouw alle voorschriften naleeft. Uit de Koran komt Mohammed niet als zo’n prettige man tevoorschijn. Als er kritiek op hem is komt er altijd wel weer een vers van Allah dat hem in het gelijk stelt, te hulp. De door hem ondernomen roofpartijen, de moord op degenen die hem niet steunden en de moord op een joodse stam zijn in zijn hagiografie beschreven als onvermijdelijke en noodzakelijke maatregelen. In de moslimse hagiografie van Mohammed wordt zijn dagelijks leven minutieus beschreven. Zo weten we precies welke kleding hij droeg, hoe hij zijn kont afveegde, zijn tanden poetste en zijn baard bijhield. De navolging van zijn gewoonten wordt aangeprezen. Degenen die daar het verst in gaan moeten wel een dwangneurose ontwikkelen naast de narcistische persoonlijkheid die de door superioriteitswaan van moslims met zich mee brengt. Het zijn elementen uit een cultuur die ‘verwarde’ mensen voortbrengt.

Aboutaleb was een heldere man die, nu hij ouder wordt, naar een soort van islam reikt die zich in de piëtistische beleving laat vergelijken met andere utopische opwekkingsbewegingen.  Het laat zien hoe hij naar de wereld kijkt. Het is een narcistische blik, want welk normaal mens loopt er mee te koop hoe hij zijn religie beleeft, laat staan als je burgemeester bent. Bij een normale geestelijke ontwikkeling zou je van een burgemeester een enthousiast verhaal over de grondwet, democratie en de mensenrechten kunnen horen. Maar als Aboutaleb zijn ziel op tafel legt, komt er in feite niets anders uit dan: islam is de oplossing. Het is een niet geleerde les en terugvallen op oude overtuigingen.

De geschiedenis tot op vandaag levert geen enkel bewijs op dat religies betere mensen voortbrengen. Het katholieke Zuid-Amerika zal genoeg goede mensen kennen, maar is geen toonbeeld van de ‘Imitatio Christi’. Moslimlanden zijn ook al bepaald geen voorbeelden van hoe religie de bevolking tot beschaving brengt. Het zijn de westelijke landen waar het beter lukt en karakter en aanleg van de bevolking zouden daar wel eens wat meer mee te maken kunnen hebben dan religie.

Aboutaleb  bewijst zichzelf (en de PvdA) als burgemeester door de openbaring van zijn zielenroerselen een slechte dienst. Als rolmodel voor moslims gebruikt hij met termen als jihad en salafisme de verkeerde woorden. Voor de niet-moslims geldt dat op een andere manier eveneens. Het vertrouwen in zijn burgemeesterschap zal er niet door toenemen. Menig imam zal in de vrijdagse preek handenwrijvend roepen dat Aboutaleb een salafist is en dat je het daarmee tot burgemeester kunt schoppen.

Het zou kunnen zijn dat Aboutaleb, de stad en de moslims daarin ziende, geen andere oplossing ziet dan religieuze opwekking en een soort ‘Moderne Devotie als middelen om moslims aan de goede kant van de streep te houden. Dat kan ook een doos van Pandorra worden. De 'Moderne Devotie' heeft in Europa bijgedragen aan de reformatie en de godsdienstoorlogen die er op volgenden.
Religie is nooit een oplossing voor wat dan ook geweest. Een goede burgemeester hoort dat te weten. Iemand hoort zichzelf niet met zijn godsdienst ten voorbeeld te stellen. Een goede burgemeester hoort dat te weten. Aboutaleb is niet langer een goede burgemeester en als het goed is weet hij dat zelf ook al kan narcisme een grote hinderpaal zijn voor zelfkennis.




vrijdag 8 december 2017

Een ambassade als schaakstuk


Amerika gaat haar ambassade naar de Israëlische omstreden hoofdstad Jeruzalem verplaatsen. Daar was al in 1995 een besluit toe genomen. De beduchtheid voor de gevolgen van zo’n verplaatsing hebben Amerika er tot voor kort van weerhouden om uitvoering te geven aan dat besluit. Maakt president Trump het verschil? Als  geloof moet worden gehecht aan de Nederlandse media, raast Trump als een olifant door de islamitische porseleinkast. Maar is dat ook zo?
Waarschijnlijk is er in Amerika heel goed nagedacht over deze stap. Die zal van alle kanten bekeken zijn door denktanks, commissies en strategen. Waar tot nu toe de overwegingen enerzijds en bezwaren anderzijds tot een impasse leidden, kan het lef van Trump de doorslag hebben gegeven. Maar er is meer.

De Palestijnse kwestie is een aantal punten op de agenda gedaald. Behalve de onverzoenlijke houding van de Palestijnen lijkt ook de extremistische islam te hebben bijgedragen aan een teruglopende steun voor de Palestijnse kwestie. Islamitische landen die de Palestijnse kwestie hoog op de agenda hielden hebben tegenwoordig andere zaken aan het hoofd. Olielanden bereiden zich voor op een economische transitie die hun relatie met de wereld zal veranderen. Binnen de islam voltrekt zich een harde strijd tussen soennitische gelovigen en aanhangers van de sjiitische opvatting van de islam. En tenslotte hebben islamitische landen ook hun handen vol aan islamitische extremisten die naar regeringsmacht streven. De wereld ziet er kortom heel anders uit dan in 1995 toen het besluit om de ambassade te verplaatsen werd genomen. 

De ambassade is het schaakstuk geworden waarmee op het gewijzigde speelveld op het bord een strategische zet is geplaatst die geopolitiek van grote betekenis zal zijn. De zet bevat op de allereerste plaats een boodschap aan de Palestijnen. Vergeet Jeruzalem als Palestijnse hoofdstad is de kern van de strategische stap. Het is nog even gissen of dit ook gaat leiden tot een meer realistische houding van de Palestijnen in de vredesbesprekingen. Ondanks alle ronkende teksten uit islamitische landen zou de onderliggende trend wel eens kunnen zijn dat men van de Palestijnse kwestie af wil.
De tweede betekenis van de strategische zet is de boodschap aan de islamitische wereld zelf. De massieve steun aan de aanspraken van de Palestijnen was nagenoeg een geloofsartikel geworden. Nu zegt alleen nog Iran openlijk dat Israël vernietigd zou moeten worden. De Iraanse steun aan de Palestijnse kwestie ligt echter in het soennitische deel van de islamitische wereld niet goed. Ook dat geeft Amerika de kans om een beslissende zet te doen op een terrein waar de verhoudingen beladen waren en tot een impasse hadden geleid.

De derde betekenis is een boodschap aan de wereld. Amerika laat zich niet langer ringeloren door islamitische lange tenen en neemt hier met een assertievere opstelling het voortouw. Amerika wil zich niet langer laten chanteren en weigert nog langer offers te brengen voor de schuld die het Westen wordt toegewezen voor het mogelijk maken van een Joods thuisland en de steun die Israël in de loop der jaren kreeg. Amerika toont moed die het lang heeft ontbroken en die in Europa nog steeds ontbreekt.

Wat het voor Israël gaat betekenen is nog onduidelijk. Voor de blijdschap die premier Netanyahu toonde was voldoende aanleiding. De stap van Amerika bevrijdt Israël uit een politiek cordon dat Westerse landen dwong om hun ambassade naar Tel Aviv te verplaatsen. Het is echter de vraag of het alleen maar voordelen oplevert. Voor de geleidelijke terugkeer van de ambassades naar Jeruzalem, zal Israël ongetwijfeld net als de Palestijnen een prijs moeten betalen die een oplossing van de Palestijnse kwestie mogelijk maakt. Rusland zal daar bijvoorbeeld op aandringen.

Nu de geest uit de fles is maakt men zich in Nederland en Europa alleen maar zorgen om de scherven en wordt niet ingezien welke betekenis de ogenschijnlijk onberaden stap van Amerika heeft. Met een kleine zet op het geopolitieke schaakbord wordt geen wereldgeschiedenis gemaakt, maar wel aangetoond dat het spel veranderd is. Overwegingen als bovenstaand had ik graag in een van onze kranten gelezen. De redacties daar zitten echter klaar om verslag te doen van de vreselijke gevolgen die het Amerikaanse besluit zal hebben. Komt er een nieuwe intifada vragen ze zich af. Het zal wel bij wat stenen gooien blijven. De wereld is veranderd.