vrijdag 9 november 2018

Randstadoordeel over Blokkeerfriezen

De agressieve moslims werden niet vervolgd voor het blokkeren van een demonstratie

De ene blokkade is de andere niet, zoals hieronder zal blijken. 

De officier van Justitie van de rechtbank kon bij zijn requisitoir Voltaire citeren (Al is uw mening nog zo abject ...), maar heeft daarmee nog niet laten zien dat hij het niveau heeft dat de zaak van de blokkeerfriezen waardig is. De eisen waren absurd hoog. Op GeenStijl werd de absurditeit duidelijk gemaakt aan de hand van een vergelijking met de straffen in andere gevallen van normovertreding.

In een eerder blog verwees ik naar NRC (ex)columniste Lamayae Aharouay die direct na het blokker-incident schreef:

Ineens is Nederland geen Nederland meer omdat het fundamenteel recht van demonstranten onvoldoende werd beschermd en de blokkeerders er mee weg lijken te komen.
En
Je hebt anderen een fundamenteel recht ontnomen. Je bent ingegaan tegen alles wat Nederland tot Nederland maakt. Je spuugde op de wet. Er wordt nog net niet voor je geklapt, Dat heet wit privilege.”

Wat Aharouay schreef kwam ongeveer overeen met wat andere columnisten van allochtone afkomst schreven en wat in kringen rond ‘Kickoutzwartepiet’ werd gedacht en gezegd. Ik maakte me zorgen over rechtsfundamentalisme en met name om het totale gebrek aan gezond verstand bij zowel de demonstranten als de lokaal politiek verantwoordelijken. Dat waren terechte zorgen nu vandaag gebleken is dat er taakstraffen van 180 uur tot 240 uur zijn uitgedeeld door de Rechtbank van Leeuwarden. Die zijn absurd hoog.

De rechters hadden helemaal niets op met gezond verstand en noemden oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid ‘opruiing’. Mijn eerste opwelling was om via Google na te gaan waar je zoal 240 uur voor kreeg. Nogal eens voor dood door schuld. Nu dus ook voor het beletten van een demonstratie waarbij alleen de ruit van een bus gesneuveld is.

In oktober van dit jaar hield Pegida een demonstratie bij een Utrechtse moskee. Dat getuigde ook al niet van veel gezond verstand, maar ze hadden een vergunning. De demonstratie was nog nauwelijks begonnen of de aanwezige politie moest de demonstranten in veiligheid brengen voor de agressie en het geweld van moskeegangers. Er werd geen vervolging ingesteld tegen de blokkeermoslims. Ook voor die situatie golden de woorden van Aharouay zoals hierboven. Maar nu was het stil aan de allochtone kant. Moslims spugen kennelijk niet op de wet. Daaruit kan worden afgeleid dat al die harde woorden uiteindelijk niet het demonstreerrecht zelf betroffen, maar het demonstreerrecht van bepaalde allochtone groepen.

Als ik het vonnis van de rechters uit Leeuwarden weeg, kan ik daarin niets anders dan een partijdig oordeel lezen. Het vonnis kiest partij voor het oordeel van de demonstranten en de politiek correcte steunbetuigingen. Opvallend in het vonnis zijn de bizar zware straffen. Ze vormen een signaal aan de samenleving dat de demonstratierechten van allochtonen veel zwaarder worden gewogen dan de demonstratierechten van autochtonen (zie Utrecht). De maatschappelijke verontwaardiging over de blokkade in Utrecht was dan ook heel wat geringer, want ja, Pegida.

Ik beschouw het vonnis in zijn argumentatie en de zwaarte van de straffen als bizar. Het gaat hier niet meer om recht doen waarin alle omstandigheden zijn meegewogen, maar om een zwaar aangezet signaal aan de samenleving dat luidt: handen af van het demonstratierecht van allochtonen. Zwarte Piet hatend Nederland was dan ook zeer tevreden over de straffen. Het stelt hen in het gelijk. Ook op plaatsen waar dat niet kies is en zelfs onverstandig, mogen ze demonstreren. Wie daar tegenin gaat wordt zwaar gestraft, behalve als het om het verhinderen van een demonstratie bij een Moskee gaat. Dan mag je ongestraft met eieren, flesjes, blikjes en vuurwerk gooien.

Het vonnis toont aan wat er mis is in Nederland. De Randstad regeert en dat leidt tot partijdigheid. Het is niet gezegd maar tussen de regels door valt wel te lezen: blokkeerfriezen zijn ‘racisten’. Net als al die mensen die Zwarte Piet willen behouden en daar geen racisme in kunnen zien.

De ophef over het vonnis is breed. Veel mensen hebben zich geïdentificeerd met de blokkeerfriezen en zijn verontwaardigd over de absurde vonnissen. De hakken gaan in het zand. Daarom kan ik rustig zeggen: wordt vervolgd.




donderdag 18 oktober 2018

De ene vluchteling is de andere niet



De beste juridische bescherming in Nederland is vooral beschikbaar voor asielzoekers. Kom illegaal het land binnen en je wordt meteen volgehangen met rechten. Je krijgt opvang, een advocaat, medische zorg en een zorgvuldige beoordeling van je verzoek. De grote stroom van asielzoekers richt zich op Noord-West Europa waar de voorzieningen voor vluchtelingen het best zijn. Asielzoekers zijn daar uitstekend over geïnformeerd. Ze gedragen zich als autokopers die de allerbeste auto willen hebben zonder daarvoor te behoeven betalen. Er is heel veel kaf onder het koren en daar gaat dit blog over.

De jaren negentig
De regimechange in Afghanistan en Iran veroorzaakte veel vluchtelingen uit die landen. Uit Irak kwamen vluchtelingen die werden veroorzaakt door het steeds repressiever beleid van Sadam Hoessein. Sommigen liepen echt gevaar, anderen verloren gewoon hun inkomsten uit overwegend goede banen onder het oude regime en verloren behalve hun inkomen ook hun aanzien. Wat ze gemeen hadden was dat ze over voldoende middelen beschikten om hun vlucht te bekostigen. Honderdduizenden anderen zonder voldoende middelen bleven achter in vluchtelingenkampen of wisten zich in eigen land te handhaven.

De nieuwe vluchtelingen
Veel is er niet veranderd ten opzichte van de jaren negentig. Het zijn nog steeds enigszins bemiddelde vluchtelingen die voldoende geld hebben voor de reis naar Europa. Het gros van de vluchtelingen uit bijvoorbeeld Syrië bevindt zich in vluchtelingenkampen in omringende landen. Zij hebben geen geld om af te reizen naar het beloofde land waar hun kinderen een goede opleiding kunnen krijgen. Vluchtelingen uit Jemen zijn er nog nauwelijks hoewel daar al een paar jaar een oorlog gaande is. Kennelijk is het daar nog niet goed doorgedrongen dat je kunt vluchten.

Syrische vluchtelingen
Ze hebben het geluk dat het land internationaal nog steeds als een gevaarlijk land wordt beschouwd. Als je uit Syrië komt ben je bijna verzekerd van een verblijfsvergunning. De verhalen van Syrische vluchtelingen zijn niet altijd even betrouwbaar. Door de chaos in het land en het instorten van de infrastructuur, hebben velen hun baan verloren en dat was, opgeteld bij de uitzichtloze situatie voor veel Syriërs, de reden om hun geluk elders te zoeken. Ze komen lang niet allemaal uit platgebombardeerde wijken en zijn als regel goed voorbereid op het verhaal dat ze bij de IND moeten vertellen. Die verhalen krijgen ze aangereikt van landgenoten die hier al verblijven en via de adviezen van minder integere tolken. Dat Syrië niet zo onveilig is blijkt wel uit de vele mannelijke vluchtelingen die hun gezin in Syrië achterlaten en via gezinshereniging vrouw en kinderen hier naar toe laten komen De meesten kunnen terug nu Syrië weer veilig is.. Sociaal-economisch is het echter geen aantrekkelijk land en de meesten zullen zich met hand en tand verzetten als de terugkeer wordt gevorderd. Een deel van de asielzoekenden is niet afkomstig uit Syrië. Zij doen zich met valse papieren voor als Syriër omdat het hun kansen op een verblijfsvergunning vergroot.

Afghaanse vluchtelingen
Een groot deel van de Afghanen die in Europa asiel zoeken, komen niet uit Afghanistan, maar uit Iran. In de jaren negentig zijn veel Afghanen naar Pakistan (Soennieten) en Iran (Sjiieten) gevlucht. Vooral voor de vluchtelingen naar Iran is de droom bij hun vlucht ontaard in een boze droom. Zij kunnen verhalen vertellen over discriminatie die de verhalen over discriminatie in Nederland doen verbleken. Toegang tot redelijke huisvesting en onderwijs is er nauwelijks. Ze vluchten om hun kinderen betere kansen te kunnen geven. Een ander deel van de Afghaanse vluchtelingen komt hierheen via smokkelroutes die vaak in Moskou beginnen. Zij worden geholpen door hier verblijvende Afghanen die ze met raad en daad en smokkelroutes bijstaan. Ook deze vluchtelingen zijn op zoek naar een beter leven voor zichzelf en hun kinderen.

Een groot deel van de vluchtelingen uit Syrië en Afghanistan en uit een aantal andere landen, zijn in een strikte opvatting van het vluchtelingenschap geen vluchtelingen maar immigranten die op zoek zijn naar een beter leven. Het asielrecht geeft ze als ze worden toegelaten een goede start in het nieuwe land. Behalve het zoeken naar een beter leven zijn er nog veel andere redenen om te ‘vluchten’.

Medische redenen
Een flink aantal ‘vluchtelingen’ is in feite op zoek naar een behandeling voor ziekten die in eigen land te kostbaar is of niet voorhanden. Ook zij hebben geprepareerde verhalen die het eigenlijke doel moeten verhullen. Meestal gaat het om zieke en gehandicapte kinderen en zieke ouderen. Het asielrecht verschaft ze medische zorg. Ook psychische ziekten en verslaving kunnen een reden zijn om te vluchten, maar vaak is het dan de familie die van ze af wil.

Gedumpten
Doe je je familie oneer aan door slecht gedrag, verslaving, ernstige psychische ziekte of word je gezocht door de politie voor een ernstig vergrijp, dan is vluchten een van de mogelijkheden om de familie te ontlasten. Vaak krijgen ze zelfs geld mee van de familie om de vlucht te kunnen financieren. Het zijn vaak jongere mannen. Ze zijn door hun slecht, gewelddadig en verward gedrag terug te vinden in het dagelijks nieuws in Europa. Wanneer ze worden afgewezen proberen ze het vaak weer onder een andere naam in een ander land.

Ketenmigratie
De hier aanwezige vluchtelingen zijn de belangrijkste oorzaak voor het aanhouden van de vluchtelingenstroom. Als je om wat voor reden dan ook wil emigreren uit een van de bekende vluchtelingenlanden wordt dat vergemakkelijkt als je familie of vrienden hebt die al eerder zijn gevlucht. Die weten precies wat je wel en niet moet vertellen in Ter Apel, ook al omdat minder integere tolken uit de betreffende etnische groep over de juiste informatie beschikken. Veel van dit soort vluchtelingen geniet ten onrechte van de hier aanwezige inkomensvoorzieningen omdat ze nog over geld en bezittingen beschikken.

Asielindustrie
Als integere tolken en IND-medewerkers zouden besluiten om hun ervaringen en kennis naar buiten te brengen, zouden we een heel ander beeld krijgen van de vluchtelingenstroom. Ook bij hulpverleners, zoals Vluchtelingenwerk, bestaat die kennis, maar die passen er wel voor om dat publiek te maken. Naar hen wordt wel eens verwezen als ‘vluchtelingenindustrie’. Dat is niet helemaal onterecht. Veel belangrijker is echter de onzichtbare ‘industrie’ van aanwezige vluchtelingen die landgenoten helpen om hier naar toe te komen. Zij gunnen hun vrienden en familieleden een beter bestaan. Het aantal economische vluchtelingen wordt ook formeel op 60 tot 80 procent beschouwd. Maar zelfs  Eurocommissaris Frans Timmermans mag dat niet zeggen.

Vluchtelingen zijn nog te veel de troetelkinderen van mensen die niet beter weten.



dinsdag 17 juli 2018

Polen en de Joden, een ingewikkelde geschiedenis

Polen wensen dat joden vertrekken naar Israël (voor WOII)


Aan het begin van de negentiende eeuw verbleef viervijfde van het aantal joden in de wereld in  Polen. Ze vormden zo’n tien procent van de bevolking. Polen was vanaf de middeleeuwen een aantrekkelijke vestigingsplaats voor joden omdat er tolerantie bestond en joden compleet elfbestuur werd toegestaan. Dat zelfbestuur was georganiseerd in lokale ‘kahals’. Een paradijs voor joden werd Polen genoemd. De tolerantie was vooral afkomstig vanuit de Poolse (land)adel die zestig procent van de Poolse grond, inclusief de daarin aanwezige dorpen en steden, bezat. De (land)adel bestond uit ongeveer tien procent van de Poolse bevolking, in Europa een unieke situatie. Tot begin van de negentiende eeuw bestond de Poolse bevolking uit ‘horigen’ die min of meer eigendom van de adel waren. De toevloed van joden werd door de adel verwelkomd omdat ze voorzagen in een groot aantal functies die de adel liever niet door autochtone Polen vervuld zag. De joden werden arts, apotheker, advocaat, handelaar, bankier, winkelier, rentmeester en leraar. De joden domineerden, onder andere door verkregen monopolies, de economie. Hoewel een deel van de joden arm was, werd een ander deel steenrijk. Ze kochten landgoederen en sommigen werden tot de adel toegelaten.

Het ‘joodse paradijs’ kwam onder druk te staan nadat in het begin van de negentiende eeuw Polen werd opgedeeld tussen Hongarije, Pruissen en Rusland. Er ging een geheel andere wind waaien. De adel had niet langer de absolute macht en de drie bezetters keken ook heel anders tegen de tolerantie voor joden aan. Het zelfbestuur van de ‘kahals’ werd teruggebracht tot religieuze zaken. De bezetters stuurde aan op integratie van de joden. Hongarije was daarbij het gematigst, Pruissen grondig en Rusland het wreedst. Joden moesten een achternaam kiezen, werden staatsburger, moesten belasting betalen en soms in militaire dienst. De maatregelen die tot integratie moesten leiden werden geleidelijk aan strenger. Er was veel verzet tegen en dat verzet bracht niet alleen emigratie naar Frankrijk, Engeland en Amerika voort, maar ook het groeiend besef onder joden dat alleen een eigen staat tot permanente veiligheid zou leiden. De Poolse Ben Goerion was één van de voortrekkers voor dat idee.

Ondertussen wisten de meeste joden zich goed te redden en pasten zich aan aan de nieuwe omstandigheden. Hun dominantie is het economisch verkeer en de dienstverlening bleef in stand. Deze situatie leidde tot groeiend ongenoegen van de autochtone Polen die verder weinig fiducie hadden in de maatregelen die tot integratie zouden moeten leiden. De geschiedenis op dit punt vertoont veel overeenkomsten met de huidige integratieproblematiek in de West-Europese landen. Die geschiedenis zoals opgetekend door Norman Davis in zijn boek ‘Gods playground’, laat een groeiende animositeit ten opzichte van joden zien. Die animositeit werd sterker toen aan het begin van de twintigste eeuw grote aantallen Russische joden naar Polen vluchtten.

Een van mijn gesprekspartners in Polen hield me voor dat de beschuldiging van ‘antisemitisme’ tegen de Poolse bevolking, vergeleken kan worden met de beschuldiging van islamofobie in West-Europa. Er is antisemitisme in Polen, maar de kritiek van veel Polen op de joden heeft daar niets mee van doen. Veel Polen leden onder de economisch dominante joden. Een oude dame die ik sprak, citeerde haar vader die placht te zeggen: “De straten zijn van ons, maar de huizen zijn van hun”. Daarmee verwees hij naar de vele joden die woningen in huurkazernes verhuurden en dat niet altijd even netjes deden. Er is ook een zekere woede aanwezig omdat in de ogen van Polen joden zich het drama van WOII hebben toegeëigend. Er zijn plm drie miljoen Poolse joden omgekomen. Dat er ongeveer net zoveel Poolse slachtoffers waren, lijkt de wereld te vergeten. ‘Bloodlands’, een boek van Timothy Snijder, heeft daar wel oog voor. De geschiedenis van Polen met de joden, kan niet begrepen worden vanuit een West-Europees perspectief, maar moet begrepen worden vanuit de geschiedenis van Polen die een heel andere was dan in West-Europa. De kritische houding in Polen ten opzichte van de joden wordt ten onrechte vaak ‘antisemitisme’ genoemd, terwijl het in feite niets anders is dan een weergave van de bittere ervaringen van autochtone Polen.

Die bitterheid is nog toegenomen nadat Jan Grabowski, als jood geboren in Polen en nu verbonden aan de universiteit in Ottawa, een boek publiceerde waarin hij het Poolse volk er van beschuldigde een groot aandeel in de holocaust te hebben gehad. Hij doet dat in feite op dezelfde gronden als welke voor Nederland zouden kunnen gelden. Ook in Nederland was sprake van jodenjacht waarin de Nederlandse politie een aandeel had, van verraad, koppengeld en het toe-eigenen van joodse bezittingen. Daar staat verzet tegenover en die was in Polen omvangrijk. Ongeveer 450.000 Poolse joden overleefden de barbarij. De wreedheid van de nazi’s in Polen kan niet worden vergeleken met die in Nederland. Grabowski kleineert ten onrechte de inspanningen van veel Polen die samen 450.00 Poolse joden wisten te redden. Van alle landen heeft Polen de meeste onderscheidingen van  Yad Vashem toegekend gekregen. Grabowski kreeg echter ook in Nederland veel gunstige publiciteit. ‘Polen weigert in het reine te komen met zijn oorlogsverleden’ kopte het NRC. Dat was een regelrechte leugen.

Polen zijn lichtgeraakt als hen verwijten worden gemaakt over hun omgang met de geschiedenis van de joden in Polen. Die verwijten komen als regel van mensen uit landen die een heel andere geschiedenis met joden hebben dan Polen en dat niet beseffen. Ook Israël doet er weinig aan om een juist beeld te scheppen van de aanwezigheid van joden in Polen en de Poolse regering verwijt dat Israël. De spanningen tussen Polen en Israël zijn nog verder opgelopen nadat de Poolse premier Morawiecki begin 2018 sprak over ‘joodse daders’. Polen heeft echter het recht om daar op te wijzen al is het ook tegen de stroom in. De joden als handlangers bij de onderdrukking van de Polen door de adel, waren daders. De Poolse joden met bolsjewistische sympathieën die aan de verkeerde kant stonden bij de Pools-Russische oorlog (1919-1921) waren daders. De Poolse joden die elkaar in WOII aangaven bij de nazi’s, waren daders. De Poolse joden die collaboreerden met de nazi’s waren daders. De Russische joden die tijdens de Russische bezetting de veiligheidsdiensten en inlichtingendiensten in meerderheid bemanden en in Polen gevreesd werden vanwege hun wrede en nietsontziende aanpak, waren daders. Die Russische joden werden in 1956 op verzoek van de Poolse regering onder Gomoelka, teruggehaald naar Rusland omdat hun optreden alleen maar grote weerstand tegen het communisme opriep onder de Polen.

De Polen hoeven niet echt in het reine te komen met hun verleden. In 2014 is in Warschau op de plaats van het oude ghetto een enorm museum geopend dat niet alleen aan de holocaust is gewijd, maar ook aan de geschiedenis van de joden in Polen. Degenen die in het reine moeten komen met hun verleden zijn de joden zelf. Zij zullen onder ogen moeten zien dat hun verleden in Polen er niet alleen van joodse slachtoffers was, maar ook van joodse daders.  Kritiek op joden moet mogen zonder het verwijt van ‘antisemitisme’ te krijgen.