![]() |
Polen wensen dat joden vertrekken naar Israël (voor WOII) |
Aan het begin van de negentiende eeuw verbleef viervijfde
van het aantal joden in de wereld in Polen.
Ze vormden zo’n tien procent van de bevolking. Polen was vanaf de middeleeuwen
een aantrekkelijke vestigingsplaats voor joden omdat er tolerantie bestond en
joden compleet zelfbestuur werd toegestaan. Dat zelfbestuur was georganiseerd in
lokale ‘kahals’. Een paradijs
voor joden werd Polen genoemd. De tolerantie was vooral afkomstig vanuit de
Poolse (land)adel die zestig procent van de Poolse grond, inclusief de daarin
aanwezige dorpen en steden, bezat. De (land)adel bestond uit ongeveer tien
procent van de Poolse bevolking, in Europa een unieke situatie. Tot begin van
de negentiende eeuw bestond de Poolse bevolking uit ‘horigen’ die min of meer
eigendom van de adel waren. De toevloed van joden werd door de adel verwelkomd
omdat ze voorzagen in een groot aantal functies die de adel liever niet door
autochtone Polen vervuld zag. De joden werden arts, apotheker, advocaat,
handelaar, bankier, winkelier, rentmeester en leraar. De joden domineerden,
onder andere door verkregen monopolies, de economie. Hoewel een deel van de
joden arm was, werd een ander deel steenrijk. Ze kochten landgoederen en
sommigen werden tot de adel toegelaten.
Het ‘joodse paradijs’ kwam onder druk te staan nadat in het
begin van de negentiende eeuw Polen werd opgedeeld tussen Hongarije, Pruissen
en Rusland. Er ging een geheel andere wind waaien. De adel had niet langer de
absolute macht en de drie bezetters keken ook heel anders tegen de tolerantie
voor joden aan. Het zelfbestuur van de ‘kahals’ werd teruggebracht tot religieuze
zaken. De bezetters stuurde aan op integratie van de joden. Hongarije was
daarbij het gematigst, Pruissen grondig en Rusland het wreedst. Joden moesten
een achternaam kiezen, werden staatsburger, moesten belasting betalen en soms
in militaire dienst. De maatregelen die tot integratie moesten leiden werden
geleidelijk aan strenger. Er was veel verzet tegen en dat verzet bracht niet
alleen emigratie naar Frankrijk, Engeland en Amerika voort, maar ook het
groeiend besef onder joden dat alleen een eigen staat tot permanente veiligheid
zou leiden. De Poolse Ben Goerion was één van de voortrekkers voor dat idee.
Ondertussen wisten de meeste joden zich goed te redden en
pasten zich aan aan de nieuwe omstandigheden. Hun dominantie is het economisch
verkeer en de dienstverlening bleef in stand. Deze situatie leidde tot groeiend
ongenoegen van de autochtone Polen die verder weinig fiducie hadden in de
maatregelen die tot integratie zouden moeten leiden. De geschiedenis op dit
punt vertoont veel overeenkomsten met de huidige integratieproblematiek in de
West-Europese landen. Die geschiedenis zoals opgetekend door Norman Davis in zijn boek ‘Gods
playground’, laat een groeiende animositeit ten opzichte van joden zien. Die
animositeit werd sterker toen aan het begin van de twintigste eeuw grote
aantallen Russische joden naar Polen vluchtten.
Een van mijn gesprekspartners in Polen hield me voor dat de
beschuldiging van ‘antisemitisme’ tegen de Poolse bevolking, vergeleken kan
worden met de beschuldiging van islamofobie in West-Europa. Er is antisemitisme
in Polen, maar de kritiek van veel Polen op de joden heeft daar niets mee van
doen. Veel Polen leden onder de economisch dominante joden. Een oude dame die
ik sprak, citeerde haar vader die placht te zeggen: “De straten zijn van ons,
maar de huizen zijn van hun”. Daarmee verwees hij naar de vele joden die woningen
in huurkazernes verhuurden en dat niet altijd even netjes deden. Er is ook een
zekere woede aanwezig omdat in de ogen van Polen joden zich het drama van WOII
hebben toegeëigend. Er zijn plm drie miljoen Poolse joden omgekomen. Dat er
ongeveer net zoveel Poolse slachtoffers waren, lijkt de wereld te vergeten. ‘Bloodlands’, een boek van
Timothy Snijder, heeft daar wel oog voor. De geschiedenis van Polen met de joden,
kan niet begrepen worden vanuit een West-Europees perspectief, maar moet
begrepen worden vanuit de geschiedenis van Polen die een heel andere was dan in
West-Europa. De kritische houding in Polen ten opzichte van de joden wordt ten
onrechte vaak ‘antisemitisme’ genoemd, terwijl het in feite niets anders is dan
een weergave van de bittere ervaringen van autochtone Polen.
Die bitterheid is nog toegenomen nadat Jan Grabowski, als
jood geboren in Polen en nu verbonden aan de universiteit in Ottawa, een boek
publiceerde waarin hij het Poolse volk er van beschuldigde een groot aandeel in
de holocaust te hebben gehad. Hij doet dat in feite op dezelfde gronden als
welke voor Nederland zouden kunnen gelden. Ook in Nederland was sprake van
jodenjacht waarin de Nederlandse politie een aandeel had, van verraad,
koppengeld en het toe-eigenen van joodse bezittingen. Daar staat verzet
tegenover en die was in Polen omvangrijk. Ongeveer 450.000 Poolse joden
overleefden de barbarij. De wreedheid van de nazi’s in Polen kan niet worden
vergeleken met die in Nederland. Grabowski kleineert ten onrechte de
inspanningen van veel Polen die
samen 450.00 Poolse joden wisten te redden. Van alle landen heeft Polen de
meeste onderscheidingen van Yad
Vashem toegekend gekregen. Grabowski kreeg echter ook in Nederland
veel gunstige publiciteit. ‘Polen
weigert in het reine te komen met zijn oorlogsverleden’ kopte het NRC. Dat
was een regelrechte leugen.
Polen zijn lichtgeraakt als hen verwijten worden gemaakt
over hun omgang met de geschiedenis van de joden in Polen. Die verwijten komen
als regel van mensen uit landen die een heel andere geschiedenis met joden
hebben dan Polen en dat niet beseffen. Ook Israël doet er weinig aan om een
juist beeld te scheppen van de aanwezigheid van joden in Polen en de Poolse
regering verwijt dat Israël. De spanningen tussen Polen en Israël zijn nog verder
opgelopen nadat de Poolse premier Morawiecki begin 2018 sprak over ‘joodse
daders’. Polen heeft echter het recht om daar op te wijzen al is het ook tegen
de stroom in. De joden als handlangers bij de onderdrukking van de Polen door
de adel, waren daders. De Poolse joden met bolsjewistische sympathieën die aan
de verkeerde kant stonden bij de Pools-Russische oorlog (1919-1921) waren
daders. De Poolse joden die elkaar in WOII aangaven bij de nazi’s, waren
daders. De Poolse joden die collaboreerden met de nazi’s waren daders. De
Russische joden die tijdens de Russische bezetting de veiligheidsdiensten en
inlichtingendiensten in meerderheid bemanden en in Polen gevreesd werden
vanwege hun wrede en nietsontziende aanpak, waren daders. Die Russische joden
werden in 1956 op verzoek van de Poolse regering onder Gomoelka, teruggehaald
naar Rusland omdat hun optreden alleen maar grote weerstand tegen het
communisme opriep onder de Polen.
De Polen hoeven niet echt in het reine te komen met hun
verleden. In 2014 is in Warschau op de plaats van het oude ghetto een enorm
museum geopend dat niet alleen aan de holocaust is gewijd, maar ook aan de
geschiedenis van de joden in Polen. Degenen die in het reine moeten komen met
hun verleden zijn de joden zelf. Zij zullen onder ogen moeten zien dat hun
verleden in Polen er niet alleen van joodse slachtoffers was, maar ook van
joodse daders. Kritiek op joden moet
mogen zonder het verwijt van ‘antisemitisme’ te krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten