zondag 15 januari 2017

Halal en Kosher zijn als voedselvoorschriften volkomen achterhaald

                                                                   
    

Voedselvoorschriften zijn ontstaan in de periode van de mensheid waarin het nomadisch bestaan steeds vaker werd opgegeven voor het sedentair bestaan in nederzettingen dat door landbouw en veeteelt mogelijk werd gemaakt.

Nomaden hadden een cultuur ontwikkeld die hen zo goed mogelijk beschermde tegen de gevaren van de natuur. Bij de overgang naar sedentair bestaan volstond dat niet meer. Omdat grotere groepen met elkaar gingen samenleven ontstonden er nieuwe gevaren die het leven bedreigden. Dat gold met name voor overdraagbare ziekten die zich in een sedentaire samenleving via bacteriën en virussen gemakkelijker verspreidden en veel meer slachtoffers maakten.

De traagheid van een evolutionaire aanpassing bijvoorbeeld in de vorm van resistentie tegen bepaalde ziekten, dwong tot een culturele oplossing. Deze werd gevonden in voedingsvoorschriften waarvan men aannam dat ze door de vermijding van bepaalde soorten voedsel of door regels voor voedselbereiding, besmettelijke ziekten kon voorkomen. Hierdoor konden meer mensen overleven.

‘Onrein’ betekende eigenlijk ‘verdacht’.
Carel van Schaik en Kai Michel, respectievelijk biologisch antropoloog en historicus, schreven het “Oerboek van de mens“, waarin zij met de vinger op de teksten van vooral het Oude Testament de culturele revolutie volgen die het overgaan van nomadisch bestaan naar sedentair bestaan met zich meebracht. De ordening die religie in het samenleven aanbracht, kon alleen worden afgedwongen met behulp van een externe monotheïstische God. Méér goden zou maar tot wanorde leiden.
In hun boek noemen zij de voedselverboden en voedselgeboden een vorm van protogeneeskunde die effectief was omdat potentieel infectueuze situaties onderkend werden. De in de Thora opgeslagen spijswetten werden later op een vereenvoudigde manier overgenomen in de Koran. Ook de nadruk op het monogame huwelijk die beide religies kennen hielp mee bij het beperken van de verspreiding van ziekteverwekkers door geslachtsverkeer. De sterke afkeer van varkensvlees was onder meer gebaseerd op het feit dat een varken zich met ‘afschuwelijke’ dingen voedt. Het maken van wijn paste niet in het nomadisch bestaan maar werd bij het sedentair bestaan wel mogelijk. Het drinken van alcohol leidde tot wanordelijkheden waar orde juist noodzakelijk werd geacht en werd daarom verboden.

Ritualisering en disciplinering
Behalve het vermijden van bepaalde diersoorten en de geboden tot het zorgvuldig omgaan met soorten voedsel, waren er ook bepalingen voor de slacht. Het zorgvuldig laten uitbloeden van geslachte dieren hield verband met het niet volledig vertrouwen van het bloed. Daarnaast bestond nog de meer religieuze overweging dat bloed gezien werd als de verblijfplaats van het leven en in feite alleen god toebehoorde.

Naast de protogeneeskundige bedoelingen van de voedselvoorschriften ontstond ook ritualisering om te benadrukken dat de voorschriften van god kwamen en overtreding als zondig werd gezien. De ritualisering bestendigde de voedselvoorschriften tot in de huidige tijd waarin door de moderne geneeskunde eigenlijk geen behoefte meer is aan die voorschriften. Van Schaik en Michel wijzen er ook op dat van de voorschriften een disciplinerende werking uitging en als een gehoorzaamheidstest voor gelovigen werkte. In dit verband verwijzen ze naar het uit de evolutiebiologie afkomstige begrip ‘costly signal’. Door afstand te doen van op zich smakelijke vis- en vleessoorten kon de gelovige bewijzen dat hij offers kon brengen als bewijs dat hij de religie heel serieus nam. Het is een signaal aan andere gelovigen dat een onderdeel is geworden van de sociale controle om afwijking tegen te gaan.

Je onderscheiden door het ‘anders’ zijn
Ritualisering en disciplinering hebben ook geleid tot het benadrukken van het ‘anders zijn’. Dit geldt met name voor situaties waarin orthodoxe joden en moslims onderdeel van een samenleving waarin ze niet dominant zijn. Door het ‘anders’ zijn te benadrukken worden niet- en andersgelovigen in de ontmoeting met orthodoxe gelovigen min of meer gedwongen rekening te houden met de eisen die het ‘anders’ zijn stelt. Op die wijze dragen orthodox gelovigen hun religie uit en geven tevens blijk van hun gedisciplineerdheid die hen aan een bepaalde religie bindt. Je kunt geen doos bonbons meenemen naar een bevriend moslims echtpaar zonder eerst te controleren of de inhoud ‘halal’ is. Op scholen valt bij verjaardagen bijna niet te trakteren omdat de traktatie onderzocht wordt op verboden stoffen als bijvoorbeeld gelatine. Het ‘anders’ zijn kan zo benut worden om in allerlei situaties dominantie te verwerven vanuit de eis dat het ‘anders’ zijn gerespecteerd wordt.

Religieuze voedingsvoorschriften als anachronisme
De voedingsvoorschriften waar orthodoxe joden en moslims zich aan houden zijn gezien hun ontstaansgrond als protogeneeskunde volstrekt achterhaald. Het huidige voedselaanbod is veiliger dan ooit eerder. De ontstaansgrond van de voedselvoorschriften is niet meer bekend onder gelovigen. Het voortbestaan van de voorschriften dient enkel nog de disciplinering en het benadrukken van het ‘anders’ zijn.




4 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het huidige voedselaanbod is veiliger dan ooit eerder, inderdaad.
    Die twee onderzoekers lijken me ook een heel interessant boek geschreven te hebben en jij trekt er behartigenswaardige en interessante consequenties uit. Maar toch, als je ziet hoe mensen tegenwoordig eten en waar je allemaal rekening mee zou moeten houden i.v.m. met diëten, kuren, allergische en glutenvrije modes enz. enz. dan denk ik toch dat dit verhaal weinig effect zal hebben bij mensen die hun voedingswijze dan ook nog gesterkt zien vanuit de wetten van god.
    Zelf heb ik in de 80er jaren 7 jaar aan een stuk puur macrobiotisch geleefd. Een van de redenen dat we stopten was inderdaad dat ik, wij - ons gezinnetje - ons uit onze sociale omgeving en cultuur aten om het zo maar eens te zeggen. Eten en voeding is heel erg belangrijk en bepalend in een gemeenschap, het was heel fijn als we wat eten betreft 'soortgenoten' troffen. Herkenning en wederzijds begrip enz. enz. inderdaad ook afzetten en 'kijken naar' die suiker, kaas, melk, en aardappel- en industrievoedsel eters. Dat gaat a.h.w. vanzelf dan. en dan was er nog niet eens een almachtige god die het allemaal had uitgevaardigd en bestuurde.
    Maar wat ik wil zeggen is dat wanneer ik in die tijd dit stukje gelezen zou hebben, het weinig of geen effect gehad zou hebben.
    Een sciëntistische benadering als deze (deze voedselvoorschriften zijn achterhaald) werkt niet eens bij enthousiaste gezondheidsfreaks, laat staan bij gelovigen die hun god willen dienen o.a. op manieren die in dit artikel beschreven worden.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ad Rek, een interessante reactie. Het draait inderdaad om geloven. Of omdat het van god komt, of omdat het heilzaam voor je gezondheid zou zijn. De fanatieke gelovigen van beide soorten gaan er vaak heel dwangmatig mee om.
    Denk zelf ook niet dat mijn druppeltje op de gloeiende plaat veel zal uitmaken. Het zou al heel mooi zijn als een paar mensen dat hoogst interessante boek gaan lezen. Het is eigenlijk een artikel dat in Trouw zou passen en via die weg een aantal mensen kan overtuigen dat de voedselvoorschriften ooit zin hadden, maar tegenwoordig vooral disciplinerend werken

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ja, het werkt disciplinerend en verbindend. Het verbind echter ook tegen andere verbintenissen. Samen staan we sterk en zo. Degene die zich met het geheel verbindt, met het totaal, dus kosmisch/wereldburger, één mensheid, iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen, je kent het allemaal wel - die moet zich realiseren dat die en heel kwetsbare positie inneemt. Dat doen godszoekers en waarheidszoekers dan inderdaad ook. Het is eigenlijk een religieus/spirituele aandrift. Dat moet echter geen politiek worden. Je dringt het dan op aan mensen die daar niet voor kiezen, het niet overzien, er niet in vrijheid en bewustheid voor kiezen. Dat is wat er gebeurd denk ik wel eens. Té idealistisch en té naïef. Onbewust ook want die mensen gaan niet in hun persoonlijkheid zoeken of ze er de consequenties wel van in de praktijk willen brengen. Ze kijken naar buiten, naar de maatschappij en willen die anders organiseren. Denken ook dat die maakbaar is en zo hun doel te bereiken is. Maar het werkt allemaal heel anders. Daar komt men nu en binnen afzienbare tijd ook wel achter trouwens.
    Ik las en stukje van de onvolprezen Toon Kasdorp, dat over kleding gaat en niet over voeding. De uitwerking is dezelfde waar jij het in bovenstaande stuk over hebt. Misschien las je het, zo niet, hier is de link: https://akasdorp.wordpress.com/2017/01/16/kleding-heeft-signaalwerking/

    BeantwoordenVerwijderen