Neem verantwoordelijkheid |
‘Niemand
hoeft mee te werken aan zijn/haar eigen veroordeling’. Het is een zinnetje dat
ik aantrof in beschouwingen over de zaak ‘Anna Faber’. De zin verwees naar de
verdachte die in een eerdere zedenzaak weigerde om mee te werken aan een
psychiatrisch onderzoek. De reden voor de weigering was het ontlopen van het
risico dat bij een TBS een langere detentie kan volgen.
Het is een
vaststaande praktijk in de rechtsgang dat het bewijs van een misdaad door het Openbaar
Ministerie verzameld moet worden en dat dit bewijs door de rechter wordt
beoordeeld. Een verdachte mag zwijgen, tegen werken, desinformatie geven, misleiden,
valse getuigenissen organiseren en bewijs verdonkeremanen. De verdachte speelt
vaak het spel: ‘pak me maar als je kan’, een crimineel spel.
Volgens een
artikel in de NRC weigert ongeveer de helft van de voor een psychiatrisch
onderzoek in aanmerking komenden om daar aan mee te werken. De weigering wordt
als een recht gezien. Niemand hoeft mee te werken aan zijn/haar eigen
veroordeling. In de rechtspraktijk heeft dat heel wat meer consequenties dan
alleen het ontlopen van de TBS. Door niet mee te werken kan het werk van het OM
zodanig bemoeilijkt worden dat er geen vervolging plaatsvindt of dat de rechter
wegens gebrek aan overtuigend bewijs tot vrijspraak over gaat. Bij het vervolgen
van leden van de mocromaffia gebeurde dat een aantal keren.
Niet
meewerken kan het gevolg zijn van de angst dat met ‘praten’ de erecode van ‘zwijgen’
wordt overtreden en wraakacties het gevolg zullen zijn. Criminele wetten
krijgen op deze manier veel invloed op de rechtsgang en bieden bescherming aan
criminaliteit.
De opvatting
dat je verantwoordelijkheid neemt voor je daden staat op gespannen voet met het
recht om niet mee te werken. Dat recht leidt tot een groeiend aantal geharde
daders die op alle mogelijke manieren, na te zijn gepakt, aan veroordeling
proberen te ontkomen. De norm dat je verantwoordelijkheid neemt voor je daden
vervaagt door dat recht.
Bij alle nu
gaande discussies over het vaker toepassen van TBS, ook als de verdachte niet
meewerkt, blijft de discussie over het recht om te zwijgen achterwege alsof dit
een onomstotelijk recht is. Het is de discussie die eigenlijk gevoerd zou
moeten worden. Het niet meewerken kan als een criminele daad worden gezien. Bij
een belemmerde rechtsgang is het de samenleving die uiteindelijk schade lijdt.
Niet
meewerken zou als zodanig strafbaar kunnen worden gesteld en in voorkomende
gevallen tot strafverhoging moeten leiden. Niet meewerken is asociaal en strijdig
met de norm dat je verantwoordelijkheid neemt voor je daden. En
verantwoordelijkheid nemen voor je daden zou een van de uitgangspunten van het
strafrecht dienen te zijn. Een verdachte heeft niet alleen rechten, maar ook
plichten. Van plichten kan hij niet ontslagen worden.
Het recht op
niet meewerken kan worden gezien als te veel toegeven aan de dader en het laten
uitmelken van rechten. Dat is strijdig met de belangen van de samenleving en
van slachtoffers. Het recht om niet mee te werken is wellicht een hoogstandje
in het juridisch denken, maar kan gezien worden als een uiting van beschaving
die de beschaving aantast en onwenselijk gedrag in de hand werkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten