dinsdag 17 juli 2018

Polen en de Joden, een ingewikkelde geschiedenis

Polen wensen dat joden vertrekken naar Israël (voor WOII)


Aan het begin van de negentiende eeuw verbleef viervijfde van het aantal joden in de wereld in  Polen. Ze vormden zo’n tien procent van de bevolking. Polen was vanaf de middeleeuwen een aantrekkelijke vestigingsplaats voor joden omdat er tolerantie bestond en joden compleet elfbestuur werd toegestaan. Dat zelfbestuur was georganiseerd in lokale ‘kahals’. Een paradijs voor joden werd Polen genoemd. De tolerantie was vooral afkomstig vanuit de Poolse (land)adel die zestig procent van de Poolse grond, inclusief de daarin aanwezige dorpen en steden, bezat. De (land)adel bestond uit ongeveer tien procent van de Poolse bevolking, in Europa een unieke situatie. Tot begin van de negentiende eeuw bestond de Poolse bevolking uit ‘horigen’ die min of meer eigendom van de adel waren. De toevloed van joden werd door de adel verwelkomd omdat ze voorzagen in een groot aantal functies die de adel liever niet door autochtone Polen vervuld zag. De joden werden arts, apotheker, advocaat, handelaar, bankier, winkelier, rentmeester en leraar. De joden domineerden, onder andere door verkregen monopolies, de economie. Hoewel een deel van de joden arm was, werd een ander deel steenrijk. Ze kochten landgoederen en sommigen werden tot de adel toegelaten.

Het ‘joodse paradijs’ kwam onder druk te staan nadat in het begin van de negentiende eeuw Polen werd opgedeeld tussen Hongarije, Pruissen en Rusland. Er ging een geheel andere wind waaien. De adel had niet langer de absolute macht en de drie bezetters keken ook heel anders tegen de tolerantie voor joden aan. Het zelfbestuur van de ‘kahals’ werd teruggebracht tot religieuze zaken. De bezetters stuurde aan op integratie van de joden. Hongarije was daarbij het gematigst, Pruissen grondig en Rusland het wreedst. Joden moesten een achternaam kiezen, werden staatsburger, moesten belasting betalen en soms in militaire dienst. De maatregelen die tot integratie moesten leiden werden geleidelijk aan strenger. Er was veel verzet tegen en dat verzet bracht niet alleen emigratie naar Frankrijk, Engeland en Amerika voort, maar ook het groeiend besef onder joden dat alleen een eigen staat tot permanente veiligheid zou leiden. De Poolse Ben Goerion was één van de voortrekkers voor dat idee.

Ondertussen wisten de meeste joden zich goed te redden en pasten zich aan aan de nieuwe omstandigheden. Hun dominantie is het economisch verkeer en de dienstverlening bleef in stand. Deze situatie leidde tot groeiend ongenoegen van de autochtone Polen die verder weinig fiducie hadden in de maatregelen die tot integratie zouden moeten leiden. De geschiedenis op dit punt vertoont veel overeenkomsten met de huidige integratieproblematiek in de West-Europese landen. Die geschiedenis zoals opgetekend door Norman Davis in zijn boek ‘Gods playground’, laat een groeiende animositeit ten opzichte van joden zien. Die animositeit werd sterker toen aan het begin van de twintigste eeuw grote aantallen Russische joden naar Polen vluchtten.

Een van mijn gesprekspartners in Polen hield me voor dat de beschuldiging van ‘antisemitisme’ tegen de Poolse bevolking, vergeleken kan worden met de beschuldiging van islamofobie in West-Europa. Er is antisemitisme in Polen, maar de kritiek van veel Polen op de joden heeft daar niets mee van doen. Veel Polen leden onder de economisch dominante joden. Een oude dame die ik sprak, citeerde haar vader die placht te zeggen: “De straten zijn van ons, maar de huizen zijn van hun”. Daarmee verwees hij naar de vele joden die woningen in huurkazernes verhuurden en dat niet altijd even netjes deden. Er is ook een zekere woede aanwezig omdat in de ogen van Polen joden zich het drama van WOII hebben toegeëigend. Er zijn plm drie miljoen Poolse joden omgekomen. Dat er ongeveer net zoveel Poolse slachtoffers waren, lijkt de wereld te vergeten. ‘Bloodlands’, een boek van Timothy Snijder, heeft daar wel oog voor. De geschiedenis van Polen met de joden, kan niet begrepen worden vanuit een West-Europees perspectief, maar moet begrepen worden vanuit de geschiedenis van Polen die een heel andere was dan in West-Europa. De kritische houding in Polen ten opzichte van de joden wordt ten onrechte vaak ‘antisemitisme’ genoemd, terwijl het in feite niets anders is dan een weergave van de bittere ervaringen van autochtone Polen.

Die bitterheid is nog toegenomen nadat Jan Grabowski, als jood geboren in Polen en nu verbonden aan de universiteit in Ottawa, een boek publiceerde waarin hij het Poolse volk er van beschuldigde een groot aandeel in de holocaust te hebben gehad. Hij doet dat in feite op dezelfde gronden als welke voor Nederland zouden kunnen gelden. Ook in Nederland was sprake van jodenjacht waarin de Nederlandse politie een aandeel had, van verraad, koppengeld en het toe-eigenen van joodse bezittingen. Daar staat verzet tegenover en die was in Polen omvangrijk. Ongeveer 450.000 Poolse joden overleefden de barbarij. De wreedheid van de nazi’s in Polen kan niet worden vergeleken met die in Nederland. Grabowski kleineert ten onrechte de inspanningen van veel Polen die samen 450.00 Poolse joden wisten te redden. Van alle landen heeft Polen de meeste onderscheidingen van  Yad Vashem toegekend gekregen. Grabowski kreeg echter ook in Nederland veel gunstige publiciteit. ‘Polen weigert in het reine te komen met zijn oorlogsverleden’ kopte het NRC. Dat was een regelrechte leugen.

Polen zijn lichtgeraakt als hen verwijten worden gemaakt over hun omgang met de geschiedenis van de joden in Polen. Die verwijten komen als regel van mensen uit landen die een heel andere geschiedenis met joden hebben dan Polen en dat niet beseffen. Ook Israël doet er weinig aan om een juist beeld te scheppen van de aanwezigheid van joden in Polen en de Poolse regering verwijt dat Israël. De spanningen tussen Polen en Israël zijn nog verder opgelopen nadat de Poolse premier Morawiecki begin 2018 sprak over ‘joodse daders’. Polen heeft echter het recht om daar op te wijzen al is het ook tegen de stroom in. De joden als handlangers bij de onderdrukking van de Polen door de adel, waren daders. De Poolse joden met bolsjewistische sympathieën die aan de verkeerde kant stonden bij de Pools-Russische oorlog (1919-1921) waren daders. De Poolse joden die elkaar in WOII aangaven bij de nazi’s, waren daders. De Poolse joden die collaboreerden met de nazi’s waren daders. De Russische joden die tijdens de Russische bezetting de veiligheidsdiensten en inlichtingendiensten in meerderheid bemanden en in Polen gevreesd werden vanwege hun wrede en nietsontziende aanpak, waren daders. Die Russische joden werden in 1956 op verzoek van de Poolse regering onder Gomoelka, teruggehaald naar Rusland omdat hun optreden alleen maar grote weerstand tegen het communisme opriep onder de Polen.

De Polen hoeven niet echt in het reine te komen met hun verleden. In 2014 is in Warschau op de plaats van het oude ghetto een enorm museum geopend dat niet alleen aan de holocaust is gewijd, maar ook aan de geschiedenis van de joden in Polen. Degenen die in het reine moeten komen met hun verleden zijn de joden zelf. Zij zullen onder ogen moeten zien dat hun verleden in Polen er niet alleen van joodse slachtoffers was, maar ook van joodse daders.  Kritiek op joden moet mogen zonder het verwijt van ‘antisemitisme’ te krijgen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten